Turnen wordt steeds populairder onder jongens. Met Epke Zonderland als grote voorbeeld gaan steeds meer jongens turnen. Je traint om sterker en leniger te worden, maar vooral ook om veel plezier te hebben!
Hoe trainen we?
Iedereen kan trainen op zijn eigen niveau. Het maakt niet uit of je nu nog geen koprol kunt of juist je salto al onder de knie hebt.
De jongste turners trainen vooral op voorgeschreven oefeningen waarin de basis van het heren turnen gelegd wordt. Vanaf 12 jaar kun je net als Epke Zonderland je eigen oefening maken met verschillende elementen.
Wat trainen we?
Het turnen voor jongens heeft zes wedstrijdtoestellen. Tijdens de recreatieve trainingen komen naast deze zes toestellen ook diverse andere toestellen aan bod. Denk dan aan de grote trampoline, airtumblingbanen (luchtkussens) en diverse situaties die je ook in springen, freerunning en circus zult tegenkomen. De kern ligt wel bij de volgende zes toestellen:
Vloer: Een vierkante springvloer van 12x12 meter. Dit toestel wordt ook vaak met andere situaties geoefend. De oefeningen bestaan uit acrobatische elementen (sprongen, bijvoorbeeld salto’s) en niet acrobatische elementen (balans, lenigheid en kracht, bijvoorbeeld handstanden, spagaten en de hoeksteun).
Voltige: Uiteindelijk wordt dit het paard met twee beugels. Als voorbereiding daarop zitten in de voorgeschreven oefenstof een paddenstoel, een beugelbokje, een voltigebank en een paddenstoel met één beugel. Voltige staat bekend als het moeilijkste toestel van de heren. De oefeningen bestaan voor het overgrote deel uit kringflanken (ronddraaiende bewegingen waarbij je steunt op je handen) en variaties hierop.
Ringen: Twee stalen kabels met houten ringen eraan. Hieraan worden zwaai- , houdings- en krachtelementen geturnd.
Sprong: Een pegasus (springtafel) met een houten verende plank ervoor en matten erachter. Eén aanloop, springen op de plank, afzetten met de handen van het toestel en landen op de mat. En dan liefst zo complex mogelijk, dat is waar het bij dit toestel om draait. In de voorgeschreven oefenstof wordt er alleen met een plankoline en matten gewerkt, dus nog zonder springtoestel ertussen.
Brug: Twee houten leggers op vier poten. Uiteindelijk op 1,80 meter hoog. In de voorgeschreven oefenstof is er ook een lage brug van 1,15 meter hoog. Op dit toestel wordt heel veel gezwaaid in steun, dus met de schouders boven de handen.
Rek: Een stalen stok op twee staanders. Een typisch hang- en zwaaitoestel. Vanaf het begin tot het eind moet je blijven zwaaien op dit toestel, zonder stops en statische houdingen. Variërend van dicht bij de stok tot veraf.
De les
De les begint altijd met presentie en uitleg van de training. Na deze inleiding begint de warming-up en fysieke voorbereiding op de training. Daarna gaan we in kleine groepen trainen op de toestellen. Aan het einde van de les sluiten we gezamenlijk af. Sinds 2015 hebben we een fantastische turnhal. We hebben bijvoorbeeld een grote trampoline, drie schuimbakken en een grote wedstrijdvloer tot onze beschikking. Ook zijn er voor elk toestel meerdere plekken in de zaal waar je kunt trainen.
Dagen en tijden
Onze recreatieve turnlessen voor jongens en heren geven we op de volgende dagen en tijden:
- Woensdag 20.30 - 22.00 uur in Wijk bij Duurstede (turnhal): 30+ turnen
- Donderdag 16.00 - 17.00 uur in Wijk bij Duurstede (turnhal): geboortejaar 2014-2018
- Donderdag 17.00 - 18.00 uur in Wijk bij Duurstede (turnhal): geboortjaar 2013 en eerder
- Zaterdag 09.00 - 10.00 uur in Wijk bij Duurstede (turnhal): geboortejaar 2018 en eerder